Stap 1: luister naar de woordenschat en zeg na.
Stap 2 : ik oefenen de woordenschat mondeling in.
In het filmpje zie je hoe dat gaat met een afdekkaart.
Doe dit zelf ook zo.
Stap 3: maak de volgende oefeningen:
Oefening 3
Stap 4: we oefenenen op het schrijven van de woordenschat. Kijk eerst eens naar dit filmpje. Daarin zie je hoe je kan oefenen op het schrijven van de woorden.
Schrijf daarna de Franse woorden en hun
vertaling in je schrift.
Maak daarna
volgende oefeningen.
Stap 5:
- Schrijf de Franse woorden en hun vertaling in je schrift. Kan je het al zonder te kijken? Probeer het eens!
- Maak volgende oefening:
https://www.bookwidgets.com/play/W4ADW4?teacher_id=5108175685550080
Stap 6: in de klas volgt er een toets.
Ken jij de woordenschat voldoende? Test je zelf a.d.h.v. (= aan de hand van) volgende oefening.
Ken je de woordenschat nog niet voldoende? Maak enkele oefeningen opnieuw.
Stap 7: in de klas volgt er een toets.
Als laatste maak je de oefeningen op Bingel (Unité 17)
Oefening 4 pagina 65
Hulp bij oefening 5 - 6 - 7 pagina 66